Iraniërs stroomden vrijdag naar de stemhokjes voor een plotselinge presidentsverkiezing, die algemeen wordt beschouwd als een cruciaal moment in de geschiedenis van het land. Het onverwachte overlijden van president Ebrahim Raisi bij een helikoptercrash heeft een leiderschapsvacuüm gecreëerd, wat vragen oproept over de toekomstige koers van de Islamitische Republiek. Deze verkiezing komt te midden van escalerende spanningen met het Westen, een spartelende economie en maatschappelijke onrust. Om de context nog groter te maken: het zijn de eerste presidentsverkiezingen sinds het overlijden van Mahsa Amini in 2022, een gebeurtenis die wijdverbreide protesten ontketende en de onderdrukking van de oppositie door het regime onderstreepte.
De verkiezing toont drie conservatieve kandidaten en een eenzame hervormingsgezinde kandidaat. Aan het hoofd van het peloton staan Masoud Pezeshkian, een hervormingsgezinde wetgever en ex-minister van Volksgezondheid; Saeed Jalili, een veiligheidsadviseur van de harde lijn en nucleair onderhandelaar; en Mohammad Bagher Ghalibaf, de conservatieve stem van het Iraanse parlement. Deze laatste kanshebbers werden vooraf gekozen door de Iraanse Raad van Hoeders, een orgaan dat rechtstreeks rapporteert aan de Opperste Leider Ayatollah Ali Khamenei.
Ondanks de beperkte keuze van de kandidaten, bestaan er aanzienlijke verschillen tussen hen. Pezeshkian heeft kritiek geuit op het afdwingen van religieus geloof door middel van geweld en gepleit voor nauwere betrekkingen met het Westen. Omgekeerd heeft Ghalibaf een harde aanpak aangenomen tegen de nucleaire deal van 2015 en beloofd prioriteit te geven aan economische groei. De uitkomst van de verkiezingen zal de koers uitzetten voor de toekomst van Iran, met zware implicaties voor zowel het buitenlands beleid als de binnenlandse kwesties.
De apathie en desillusie van de kiezers vormen echter een hindernis voor de legitimiteit van de verkiezingen. Bij recente verkiezingen in Iran was de opkomst laag, wat een weerspiegeling is van de wijdverbreide ontevredenheid en achterdocht ten aanzien van het verkiezingsproces. Een aanzienlijk deel van de Iraniërs voelt zich rechteloos en twijfelt aan het vermogen van de regering om betekenisvolle verandering te bevorderen. Prominente activisten en politieke gevangenen hebben zelfs opgeroepen tot een boycot van de verkiezingen.
De verkiezingen spelen zich ook af tegen de achtergrond van verslechterende betrekkingen met het Westen. Het nucleaire programma van Iran, dat uranium blijft verrijken tot bijna wapenniveau, heeft de wenkbrauwen doen fronsen binnen de internationale gemeenschap. De deelname van Iran aan regionale conflicten, waaronder de Gaza-oorlog en de steun aan proxy-groepen zoals Hezbollah, heeft de betrekkingen met buurlanden en westerse mogendheden verder onder druk gezet.
De houding van de toekomstige president zal een belangrijke rol spelen bij het vormgeven van het buitenlands beleid van Iran. Hoewel de uiteindelijke autoriteit bij Opperste Leider Khamenei ligt, zal het standpunt van de president over kwesties als de nucleaire deal en de betrekkingen met het Westen de gang van zaken aanzienlijk beïnvloeden. Een meer westers-vriendelijke kandidaat zou de weg kunnen vrijmaken voor betere betrekkingen, maar de bereidheid van de VS onder president Joe Biden om met Iran in gesprek te gaan, blijft onzeker.
De Iraanse presidentsverkiezingen vormen een keerpunt voor de natie. De uitkomst zal zijn binnenlands en buitenlands beleid vormen en zijn verstandhouding met de wereldgemeenschap vormgeven. De lage opkomst van de kiezers en de wijdverbreide desillusie onderstrepen echter de hindernissen waarmee het politieke systeem van Iran wordt geconfronteerd. Het belang van de verkiezingen gaat verder dan de grenzen van Iran, aangezien de acties en het beleid van het land een grote invloed kunnen hebben op de regionale stabiliteit en de mondiale veiligheid.